Hoofdstuk 1

Het begin van de geloofsverkondiging in Twente

Geschiedenis
R.K. Kerk in 1953

Vanaf 500 voor Christus is waarschijnlijk het grondgebied van Rossum bewoond geweest. Het vinden van urnen geeft dit aan. Er is zelfs een urn gevonden op het huidige kerkhof van Rossum. Of dit onze voorouders zijn geweest valt niet te zeggen aangezien in de 4e eeuw ware volksverhuizingen hebben plaatsgevonden.

Wel is bekend dat vanaf de 8e eeuw het Christendom in deze streek is doorgedrongen. Dit was een gevolg van een geleidelijke uitbreiding van de macht van de Franken tot boven de grote rivieren en daardoor ontstonden en betere voorwaarden dan tot dusver voor de missionering van de Germaanse stammen in het oosten van het land. Bekend is dat in het jaar 695 het bisdom Utrecht is ontstaan.

De Saksen hebben zich hier en in Westfalen fel tegen Karel de Grote verzet. Het Christendom, dat hier en daar al wortel geschoten had, kon zich maar moeilijk handhaven. Plunderingen waren aan de orde van de dag en kerkjes gingen in vlammen op. De geloofsverkondigers waren hun leven vaak niet zeker. Verandering kwam er met de definitieve onderwerping van Wedukind.

De trotse Saksers bogen het hoofd voor het kruis. Maar het waren geen Frankische geloofsverkondigers, die in het Saksische gebied succes hadden. Het waren Missionarissen van Angelsaksische origine die hier tegen het einde van de 8ste eeuw predikten. Door hun stamverwantschap vonden zij gemakkelijker gehoor bij de Saksen.

Rond 770 predikte Lubuinus in de IJsselstreek en deze zou een medehelper, Marcellinus of Marchelm, naar Twente hebben gestuurd om daar het geloof te verkondigen. Deze zou het ook geweest zijn die het oudste kerkje in Oldenzaal zou hebben gebouwd.

Dit nog houten kerkje was ongetwijfeld een primitief bouwsel. Het kerkje zou zijn gebouwd, zoals toen vaak gebruikelijk, op een plaats van een oud heidens heiligdom. Het kerkje werd aan Paus Silvester gewijd.

De geschiedschrijving spreekt ook nog over de verwoesting van dit kerkje door de Saksen en dat is zeker mogelijk gezien het verzet van de Saksen tegen de Franken. In Oldenzaal en Ootmarsum komen later de eerste stenen Katholieke kerken. Aangenomen mag worden dat ook op het grondgebied van Rossum het Evangelie is verkondigd.

Met Karel de Grote kreeg een krachtig vorst de leiding in West-Europa in handen. Hij heeft de verbreiding van het Christendom sterk bevorderd en deed krachtige pogingen om de restanten van het oude heidendom uit te roeien. De uitoefening van de vroegere heidense offergebruiken werd streng verboden en de oude traditie van bijzetting in grafheuvels moest plaats maken voor het begraven op Christelijke kerkhoven.

Een nieuw kerkelijk bestuur kwam tot stand in de pas gekerstende gebieden in Twente. Omdat de prediking in Twente vanuit Utrecht werd geleid, ging het gewest Twente deel uitmaken van het bisdom Utrecht.

In die tijd begiftigde de zoon van Karel de Grote, Lodewijk de Vrome, Boudewijn, graaf van Kleef (gestorven in 821) met de stad Oldenzaal en de omstreken daarvan. Toen Balderik, een van de latere graven van Kleef tot bisschop van Utrecht benoemd was, liet hij de stad Oldenzaal ommuren en schonk ze aan de kerk van Utrecht. Door geleidelijke schenkingen van de keizer kwam het hele gebied van Overijssel, bedoeld wordt het gebied ten oosten van de IJssel, in het bezit van de Utrechtse bisschop. Het staat sindsdien bekend als het Oversticht. Het Utrechtse gebied noemde men het Nedersticht. Deze soevereiniteit over het Oversticht blijft de hele Middeleeuwen door bestaan tot in 1528 Karel de Vijfde deze gebieden in bezit krijgt.

Naar: Geschiedenis | hoofdstuk 2