Hoofdstuk 10

De kelk van Pastoor ten Kampe

De kelk van Pastoor ten Kampe
De kelk van Pastoor ten Kampe

Door Geerdink wordt ons meegedeeld dat pastoor ten Kampe, die van 1611 tot 1625 pastoor te Oldenzaal was, op eigen kosten o.a. een kelk aangekocht had, die hij aan de kerk te Ootmarsum vermaakte.

De deken van het kapittel, Vordenus, besloot echter dat de kelk, aangezien de kerk aldaar in protestantse handen geraakt was, niet zou worden overgedragen voordat de kerk weer aan de katholieken zou zijn teruggegeven.

Dit zal ook ongetwijfeld volgens de bedoeling van pastoor ten Kampe geweest zijn. Deze kelk nu, aldus Geerdink, bevond zich in 1845 te Rossum en ze bevindt zich er nog steeds. Het lijkt waarschijnlijk dat de parochie Rossum deze kelk bij de afsplitsing van Oldenzaal gekregen heeft. Op deze manier had men voor de kelk een passende bestemming gevonden.

Het katholieke geloof handhaafde zich in Twente. Het is voor het behoud van het katholieke geloof in Twente van het grootste belang geweest dat het middelpunt Oldenzaal lange tijd in Spaanse handen geweest is, namelijk van 1580 tot 1597 en daarna na een onderbreking van enkele jaren weer van 1605 tot 1626.

De nieuwe indeling in bisdommen van 1559 is slechts van korte duur geweest. Sedert 1591 kwam het vacante bisdom Deventer onder de apostolische vicaris Sasbout Vosmeer.

Toen in 1597 Oldenzaal in handen van de Staatse troepen gevallen was, werden tal van maatregelen ten gunste van de protestanten genomen. In 1601 kregen alle Twentse pastoors van de drost aanzegging om op de vergadering van de classis te verschijnen, die op het stadhuis te Oldenzaal zou worden gehouden. Hun was de eis gesteld de registers van de kerkelijke bezittingen over te leggen en als ze niet genegen waren de gereformeerde godsdienst te aanvaarden zouden ze hun pastorie moeten verlaten.

Het is opmerkelijk dat de naam van de Oldenzaalse pastoor Vasman bij deze gelegenheid niet vermeld werd. Hij is de geschiedenis ingegaan als een ijverig en deugdzaam priester, die zich krachtig voor de zuiverheid van de leer inzette. Toen in 1606 een vreselijke pestziekte in Oldenzaal heerste viel ook de pastoor hieraan ten offer.

Naar: Geschiedenis | hoofdstuk 9 | hoofdstuk 11