Hoofdstuk 15

De klöpkes

Klöpkeshoes Beuningen
Klöpkeshoes Beuningen

In deze tijd ontwikkelde zich, ook al omdat de scholen protestantse meesters hadden, de instelling van de klopjes, die ook wel geestelijke dochters genoemd werden. Ze zouden de naam “klopje” ontlenen aan het feit dat ze de gelovigen waarschuwden wanneer deze ergens in het geheim de godsdienstoefeningen konden bijwonen.

Ze waren halfgeestelijke, halfwereldlijke zusters. Tijdens een plechtige kerkdienst werden ze als zodanig aangenomen. De pastoor zette hen daarbij een kroontje op het hoofd. Dit bewaarden ze zorgvuldig als een teken van uitverkiezing en namen ze tenslotte mee in het graf. Na een plechtige aanneming in de kerk werden vrienden en verwanten uitgenodigd op een feestmaaltijd, de zogenaamde “kloppenbruiloft”.

De klopjes bereidden de kinderen op de eerste H. Communie voor, en dit gebeurde nog wel tot ver in de negentiende eeuw. Ze gaven verder naai- en breiles. Ook het bidden voor zieken en stervenden behoorde tot hun taak.

In de memoires van meester Mulders lezen wij, dat er in Denekamp tegen het einde van de negentiende eeuw nog een dertigtal klopjes waren, die een eigen plaats in de kerk hadden en uniforme kleding droegen, zodat de nieuwe pastoor ze aanzag voor echte religieuzen die in gemeenschap leefden.

“In Weerselo gaven in 1870-72 de klopjes nog catechismusonderwijs aan de kinderen tot hun tiende jaar. Ze droegen eenvoudige burgerkleding: zwarte rok en jak, met “nen bonten schölk”, muts en halsdoek waren zeer eenvoudig, zonder pauwestaartje of gekleurde linten; in de winter droegen ze een soort zwarte kapmantel. Bij het communiceren, dat haar behalve op zondag, nog tweemaal in de week, dinsdags en vrijdags, was toegestaan, hielden ze over de gevouwen handen een communiedoek.”

In Volthe kende men o.a. het klopje Jenneke van Volthe, die werd gearresteerd en verbannen. In protocollen over de strafrechtspraak van de Twentse drost (bewaard op huis Twikkel) lezen wij: 1647 Leeverman in Volthe misse laeten doen te sijnen huise en Jenneken van Volte van de roomsche geestelijken die men noempt Cloppen aenleiding gegeven dat die paep van die Volter bueren een kijndt gedoept heeft … (Boete:) Jenneken gebannen en Leeverman betalt 175 gld. Sijnen aenbrenger heeft boeten gehad 25 guld. en 10 stuv. facit (= maakt) tesamen 200 gld. en 10 stuv.

Naar: Geschiedenis | hoofdstuk 14 | hoofdstuk 16